Met de Wet Flexibel Werken krijgen medewerkers het recht om hun werkgever te verzoeken om de arbeidsduur (aantal uur per week), de werktijden en de arbeidsplaats (thuiswerken) te wijzigen. Deze wet heeft als doel om het flexible werken te bevorderen.
De belangrijkste punten op een rij:
- Een verzoek van de medewerker om aanpassing van de arbeidsduur of werktijden, mag de werkgever alleen weigeren als er daarvoor zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zijn.
- Het verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats (thuiswerken) dient door de werkgever serieus in overweging genomen te worden, maar het criterium van de zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen geldt hiervoor niet.
- Een werknemer dient ten minste 26 weken in dienst te zijn voordat er een verzoek kan worden ingediend. Als een verzoek wordt afgewezen, dan moet de werknemer een jaar wachten voordat er een nieuw verzoek mag worden ingediend. Een verzoek dient schriftelijk te worden ingediend, minstens 2 maanden voordat de wijziging in zou moeten gaan.
- De werkgever moet schriftelijk op het verzoek reageren, minimaal 1 maand voor de door de werknemer gevraagde ingangsdatum. Als de werkgever dit niet doet, dan leidt dat automatisch tot een wijziging conform het door de werknemer ingediende verzoek. Bij een afwijzing voor het verzoek tot thuiswerken, is het belangrijk dat de werkgever met de medewerker in gesprek gaat over de reden van de afwijzing.